Jehova in een verkeerde kerk
Overtuigd van...

Het wil nog wel eens voorkomen dat er tijdens een “thuiswerkdag” wordt aangebeld door twee mensen, onberispelijk gekleed en met een prima openingszin. Zo iets als “wat woont u hier prachtig”. Nu woon ik ook prachtig en daar wil ik het graag over hebben. Regelmatig komen wandelaars voorbij met het VVV boekje of de App met de route die voorbij mijn huis gaat. Een route door het historische deel van de prachtige stad Deventer. Wanneer ik 's zomers voor mijn huis zit, zoals veel binnenstadbewoners doen, hoor ik deze zin vaker: “wat woont u hier prachtig”. En als ik mijn pet niet verkeerd op heb gezet, kunnen we maar zo een paar minuten keuvelen over de nog niet door de Chinezen ontdekte Hanzestad met de oudste stadswal van Nederland. Echter wanneer er wordt aangebeld door keurig aangeklede lieden is het mis. Dan staat mijn pet gelijk verkeerd en verdwijnt mijn doorgaans vriendelijke gemoed om plaats te maken voor de oude grombeer. Ik heb er geen zin in, weer een energiecontract (heb er al drie, kan slecht nee zeggen), een sponsoring van een willekeurig goed doel (een paar heb ik dubbel, ruilen?) of de vraag voor vrijwilligerswerk ( bij de laatste knotwilg snoeiactie zag ik de arm van mijn buurman aan voor een boomstam. Ging net goed). Maar goed, tring, wat woont u hier mooi. Aarzelend zeg ik eh … ja. U zegt het. “Heeft u misschien even tijd? Een paar minuten maar.” En ik denk, nou doe me die wachttoren maar weer, dan kunnen we verder, ik liep nog in mijn ochtendjas. Het was die avond ervoor laat geworden en na lang uitslapen was ik aan het rommelen gegaan. Stofzuigen, vaatwasser uitpakken, administratie, wc schoonmaken. Je kent het wel.
Nee, echt niet. Met een brakke kop liggen netflixen op de bank! Terwijl ik met mijn hand mijn jas dichtsla, kijk ik ze aan. Brak zijn is een ook een beetje ziek zijn, dus terwijl ik de deur open doe zet ik de zaak nog wat verder aan door zacht te praten, iets voorover te staan en schuin op te kijken: “Eh … Ja?”.
Heel empatisch, of ze wilden niet dat ik ze aanstak met mijn levensgevaarlijke en uiterst besmettelijke brakheid, heel empatisch zei de eerste: “Goedemiddag meneer, we wilden eigenlijk even met u over de goede zaak praten maar ik geloof dat het nu niet zo goed uitkomt meneer, we komen een andere keer wel terug.“ Beterschap meneer.” Een knikje was voldoende. Ze zijn niet meer terug geweest.
Maar wat bezielt je om bij wildvreemde mensen aan te bellen, om voorbijgangers aan te spreken, om elk gesprek zo te draaien dat de goede zaak weer vooraan komt? En of het nou gaat om God, Jaweh, Allah, Budda of Moon, het landt niet bij mij. Opgegroeid in een Rooms Katholiek gezin ken ik de grondbeginselen van het geloof maar het heeft me nooit gepakt. De afstand tussen de geschriften, de verhalen en de uitvoering is vaak te groot en de geloofsinstellingen worden centra van macht. Soms zou ik willen dat ik steun had aan een geloof. Het zou het leven makkelijk maken. Minder keuzes, meer is bepaald.
Ik ben op jonge leeftijd van het geloof gevallen maar omdat iedereen voorbeelden nodig heeft, ben je vooral in je jeugd vatbaar voor veel invloeden. Ik heb mijn nieuwe kerk elders gevonden. Opeens is hij in mijn leven. Een arbeidersjongen die liedjes zingt die over mij gaan. Liedjes over onmogelijke liefdes, liedjes over werken in een fabriek, liedjes over de generatiekloof met je vader, liedjes over de liefde van je moeder voor jou, liedjes over dromen, over zwoele zomeravonden, liedjes van hoop, liedjes van weggaan, liedjes van loyaliteit aan je afkomst, liedjes speciaal voor mij. Een puber die opgroeit in de 80ies, de generatie NIX. Veel werkeloosheid, geen toekomst, boos op de wereld. Een puistige iets te forse jongen die zoekt. Het moet ook in het begin van de jaren tachtig geweest zijn, samen met mijn meissie naar de Kuip in Rotterdam. Drie uur lang weggeblazen worden met een stampende Rock and Roll trein die je met plezier over je heen laat denderen. De eerste zanglijn, zo rauw, zo puur, zo magnifiek. Hoe houdt hij dit vol? Hij verkloot zijn stem! Nee hoor ruim drie uur lang, soms vier uur. Rosalita, The E-street shuffle, Sandy, Born to run, because the night, Alle registers gaan open.
Ik zeg dat ik hem wel vijftien keer heb gezien. Daar kan ik de helft van bijgefantaseerd hebben. In Amsterdam, Rotterdam, Keulen (D), Horsens (DK), Arnhem, Landgraaf (of toch niet?), Nijmegen, Den Haag. Ok, zeker tien keer. Eind jaren zeventig werd ik besmet door het virus en ben er niet van genezen. Als er een geneesmiddel is wil ik het ook niet hebben. Deze man is voor mij meer dan een zanger met een goede performance. Het is een voorbeeld. Iemand die altijd opkomt voor zichzelf, die door zijn waanzin andere muzikanten in de studio tot wanhoop kan drijven. Iemand die aan de linkerkant van het Amerikaanse spectrum zit. Hoewel, links Amerika is toch nog behoorlijk rechts. Iemand die niet altijd begrepen wordt. Maar iemand die eerlijk is en die ik geloof in wat hij doet en zegt. Al heeft hij nog nooit voor een baas gewerkt, hij beschrijft het werkleven alsof het de zijne is. Sterker, hij wordt The Boss genoemd wat hem zelf het baasje maakt. Maar we geloven hem omdat hij het niet speelt, hij is dé natuurlijk leider. En hij is kritisch. Zijn “Born in the USA” is een aanklacht tegen de states over hoe slecht ze de Vietnam veteranen behandelen. Furieus werd hij toen Ronald Reagan Jr dit lied kaapte voor zijn patriottische rechtse republikeinse campagne. “Dancing in the dark” gaat niet over jongen meisje. Het gaat over de periodes dat hij het niet meer weet maar toch moet presteren. You can’t start fire without a spark: geen inspiratie en toch moeten creëren. Hij is de koning van de twee akkoorden liedjes maar ook de verhalenverteller van de gewone man. De Johnny Cash van mijn generatie. Een goed verhaal heeft maar een paar akkoorden nodig. Te veel achtergrond leidt maar af van de essentie. Het gaat hier over Bruce Springsteen. Zijn concerten zijn meer dan een avondje greatest hits. Het zijn inspiratiesessies om er weer een paar jaar tegen te kunnen. Hij verbroedert en verbindt zoals een kerk zou moeten doen. Hij is de enige frontman die ik ken die niet wordt verscheurd door zijn fans als ze te dichtbij komen. Een liefdevolle omhelzing of een respectvolle aanraking van zijn gitaar, waar andere rocklegendes geen haar op het hoofd zouden overhouden, krijgt hij een bemoedigende aai. Mijn squier Telecaster ziet er hetzelfde uit als die van Bruce op de Born to Run LP. Daar heb ik hem destijds op gekocht. En toch, veel van zijn CD’s vind ik niks aan. De liefde is niet onvoorwaardelijk. Toen hij zijn E-street band opzij zette en met een andere band ging touren vond ik dat hij zijn kameraden had verraden. Dat heeft hij weer goed gemaakt door ze weer bij elkaar te roepen en te gaan touren. Zijn theater solosessies in het New Yorkse heb ik op Netflix niet afgekeken. Wel heb ik hem solo zien optreden of met een 14 koppige band het Rotterdamse Ahoy zien omtoveren tot een Ierse pub. Het voelt als een vriendschap. En daar gaat het ook wel eens verkeerd. Mannenvriendschappen zijn niet zo heel erg ingewikkeld. Ze zijn er. Je hebt soms jaren geen contact, bent het niet met alles eens maar ze zijn er. Er zijn mensen die er een soort Bruce verering van maken. Dat gaat me te ver. Ik ga vast nog wel een keer naar Ashbury Park New Jersey maar zijn geboortehuis hoef ik niet te zien.
Het bijzondere aan Bruce is dat hij meer tegenstanders dan medestanders heeft. Ik vraag dan wel eens, heb je hem wel eens live gezien? Want er zijn twee soorten mensen: De Bruce fan en degene die hem nog nooit live heeft gezien. Lang heb ik geprobeerd uit te leggen wat er nou zo bijzonder is aan deze man maar heb niemand kunnen overtuigen. En ik kreeg echt lullige reacties hoor. Ik werd uitgelachen, beschimpt en uitgesloten. Net als die vasthoudende Jehova’s bij wie ik een ziekte veinsde. Dat had ik natuurlijk niet moeten doen, maar ja, laat me met rust. Hou het geloof of je overtuiging bij jezelf.
Als je voor de verkeerde kerk staat kan je nog zo je best doen maar je gaat me niet overtuigen. Net zoals ik vruchteloze pogingen heb gedaan vrienden met mijn Bruce virus te besmetten. Ik werd door hen, achteraf niet geheel onterecht, gezien als de Jehova in de verkeerde kerk.
Mag het iets meer zijn?
